Op basis van Devariem 33:4 (“Mozes gebood ons de Torah, een erfdeel voor de gemeenschap van Jakob”) kunnen we zeggen dat niet-Joden geen autoriteit hebben om interpretaties of leringen te geven die tegen of buiten de Joodse traditie ingaan.
Waarom? De Torah is een Erfenis van Israël
• Het woord “morasha” (erfenis) impliceert dat de Torah specifiek aan Israël is gegeven en niet openstaat voor willekeurige herinterpretatie door buitenstaanders.
• In het Jodendom bepaalt de rabbijnse traditie de juiste interpretatie van de Torah, gebaseerd op de Mondelinge Torah (Talmud, Misjna, Midrasj, en latere commentaren zoals Rasji en Rambam).
• Dit betekent niet dat niet-Joden de Torah niet mogen bestuderen, maar hun interpretatie kan geen autoriteit claimen buiten de Joodse traditie.
Joodse Bronnen die Dit Bevestigen
Talmoed (Sanhedrin 59a):”Een niet-Jood die zich verdiept in de Torah is als een hogepriester.”
• Dit vers lijkt positief, maar wordt uitgelegd als een erkenning van de diepe wijsheid van de Torah, niet als een uitnodiging voor niet-Joden om de wet te interpreteren.
• Dezelfde passage waarschuwt dat niet-Joden geen eigen wetten mogen afleiden uit de Torah die afwijken van de Noachidische geboden.
Rambam (Maimonides, Hilchot Melachim 8:10-11)
• Rambam stelt dat niet-Joden de Noachidische wetten moeten volgen, maar als zij de Joodse wet bestuderen, moeten ze dat doen volgens de Joodse uitleg en onder Joodse begeleiding.
• Niet-Joden mogen geen nieuwe interpretaties introduceren die ingaan tegen de Joodse traditie.
Midrasj Sifrei op Devariem (Deuteronomium) 33:4
• Dit vers wordt geïnterpreteerd als bewijs dat de Torah niet ‘overdraagbaar’ is aan andere volkeren.
• Dit betekent dat niet-Joden de Torah niet mogen gebruiken om een afwijkende religieuze doctrine te creëren.
Hoe Zit Het met Christelijke en Islamitische Interpretaties?
Christendom:
• Het christendom heeft veel Torah-teksten geïnterpreteerd op een manier die haaks staat op de Joodse traditie (bijv. “vervulling van de wet” in het Nieuwe Testament).
• Vanuit een Joods perspectief heeft het christendom geen autoriteit om de Torah te herinterpreteren in een nieuwe theologie.
Islam:
• De islam erkent Moshe/Mozes en de Torah, maar beweert dat de tekst is veranderd.
• Joden verwerpen deze claim: de Torah is onveranderd en blijft uitsluitend onder de autoriteit van de Joodse traditie.
Wat Mogen Niet-Joden Wel?
• Niet-Joden mogen de Torah bestuderen als ze geïnteresseerd zijn in Joodse wijsheid.
• Noachieten (niet-Joden die de Noachitische geboden volgen) mogen dit ook en, meer nog, is het aangewezen dat zij die delen van de Torah die op hen betrekking hebben, diepgaand bestuderen maar zonder eigen interpretaties te introduceren die tegen de Joodse traditie ingaan.
Conclusie: Geen Autoriteit Buiten de Joodse Traditie
Op basis van Devariem 33:4 en de Joodse bronnen kunnen we zeggen: De autoriteit over de Torah behoort uitsluitend toe aan het Joodse volk. Niet-Joodse interpretaties die tegen de Joodse traditie ingaan, hebben geen geldigheid binnen het Jodendom. De Torah is een erfenis – niet zomaar een boek dat vrij geïnterpreteerd kan worden door buitenstaanders.
Denkvraag: Hoe kunnen we de universele wijsheid van de Thora delen met niet-Joden, zonder de autoriteit van de Joodse traditie in gevaar te brengen?
Geschreven door Baruch Ben Noach
Heb je genoten van dit artikel? Like en verspreid het verder!
© Copyright, alle rechten voorbehouden.