Al ver vóór het Jodendom ontstond en voordat er sprake was van Israëlieten, waren er al mensen die probeerden te leven zoals G’d, HaSjem dit voorschrijft. Deze voorschriften zijn in feite universeel voor de gehele mensheid bedoeld en bestaan uit 7 regels.
De 1e: Avoda Zara – Verbod op afgoderij
Niet voor niets is één van de meest bekende zinnen uit het Jodendom, het Sj’ma:
Sj’ma Jisraël, HaSjem Elohenoe, HaShem Echad
Luister Israël, De Eeuwige is Onze G’d, De Eeuwige is ÉÉN
Het houdt in dat HaSjem, De Eeuwige die Geprezen is, één G’d is en dat we alleen Hem
moeten aanbidden en géén andere (af)goden. Dit kunnen materiële goden zijn of immateriële
goden. We kunnen ons veel verder hierin verdiepen, maar dit is iets wat een Noachiet
gaandeweg ontdekt op zijn/haar pad. Achter deze éne regel gaat dus veel meer schuil.
In het kort voeg ik toe dat ook de drie-een-godheid van het christendom incorrect is. Een
christen kan hier van schrikken. Maar ter geruststelling: De ene G’d is rechtstreeks naartoe te
bidden, aan te roepen voor hulp en is niet ver weg. Sterker nog: G’d is overal,
alomtegenwoordig en ieder mens mag HaSjem beschouwen als De Vader.
De 2e: Birkat HaSjem – Verbod op G’dslastering
Dit is niet hetzelfde als onjuist/ongemanierd taalgebruik, maar om met specifieke woorden,
HaSjem, De Schepper van alles wat bestaat, feitelijk te willen vernietigen. Deze regel is er met
name om ons te beschermen en je zou G’dslastering een beetje kunnen vergelijken met
beledigen van een koning, of bestuurlijk gezag en je verwenst min of meer de samenleving
in chaos te storten.
De 3e: Sjefichoet Daniem – Verbod op moord
Het is verboden om jezelf of anderen te vermoorden. En wat veel mensen niet beseffen is dat
dit ook geldt voor ongeboren leven (abortus), behalve in uitzonderlijke omstandigheden. elk
mens en dus ook elk mensenleven is van enorme waarde en uniek. Ook mogen vrijwel alle
geboden overtreden worden als het gaat om het redden van een leven. Als iemand komt om
jouw leven of dat van je naasten te ontnemen, dan mag je diegene doden. Overigens is moorden
iets anders dan doden.
De 4e: Arajot – Verbod op seksuele immoraliteit
Omdat HaSjem een goed kwalitatief familieleven voorschrijft, zijn overspel en incest
verboden. Alles begint met liefde tussen man en vrouw, een gezin vormen en als dit goed is,
kan dit ook verder doorwerken in de samenleving. Zo ontstaat er een evenwichtige, liefdevolle
maatschappij waarin mensen kunnen groeien en bloeien en er een waardevolle kwalitatief
hoogwaardige manier van leven is voor ieder mens.
De 5e: Gezel – Verbod op diefstal
Vrijwel alle andere geboden hangen hiermee samen. Bij overtreding is er altijd iemand de dupe,
namelijk G’d of een ander mens. Maar dit verbod gaat een stuk verder en om het goed te
begrijpen zou je verder moeten gaan bestuderen. Iedereen kan bedenken dat een openlijke
beroving , stiekem stelen, of fraude of verduistering hieronder vallen. Maar ook een verkeerde
indruk wekken, tijdens werktijd met andere dingen bezig zijn of vervalste meetinstrumenten
gebruiken, vallen hieronder. En ook iemand niet uitbetalen voor verrichte arbeid, schulden niet
inlossen of een geleend voorwerp niet terug geven en ernstige handelingen zoals ontvoering
of verkrachting zijn een vorm van diefstal.
De 6e: Ever Min Hachai – Verbod op eten van een deel van een levend dier
Dit gebod is misschien wat lastig, omdat het heel specifiek lijkt. Misschien denk je aan een kreeft
bijvoorbeeld. Dit is overigens voor Joden niet koosjer dier en veel Noachieten zullen het ook niet
snel eten. Maar dit houdt met name ook in dat vlees genomen van een dier, dat nog leefde of nog
niet dood was, niet gegeten mag worden. En in het verlengde van dit gebod, kun je stellen dat
dat we zorgvuldig met dieren moeten omgaan en ze niet slecht mogen behandelen, zelfs al zijn
ze er voor de menselijke consumptie, dus dit gebod gaat ook verder dan je op het eerste oog
denkt.
De 7e: Diniem – Gebod op rechtspraak
Als we bij het trachten ons te houden aan de andere geboden, ook actief dit proberen
na te leven met hulp van ingestelde rechtbanken, dus het instellen van een rechtsorde, moedigen
we aan ook daadwerkelijk een eerlijke levensvatbare samenleving te creëren. En daarmee
doorbreken we het normaliter in de natuur veel voorkomende “recht van de sterkste”. Met het
instellen van rechtbanken wordt ook de kwaliteit van een samenleving vergroot en versterkt.