Rachamanut ( רַחֲמָנוּת ) betekent in het Hebreeuws “mededogen” of “barmhartigheid.” Het woord komt van de
wortel ת.ו.ם (racham), die verwant is aan “rechem” ( תֶוֶם ), de Hebreeuwse term voor “baarmoeder.” Dit
benadrukt de diepe, intuïtieve zorg en empathie die vaak wordt geassocieerd met moederlijke liefde.
Rachamanut gaat over het vermogen om je in te leven in de pijn, het lijden of de noden van anderen en hen
met liefdevolle goedheid te benaderen.
De wortels van rachamanut in de Joodse traditie
1. Eigenschap van G-d: In de Joodse traditie wordt rachamanut gezien als een kernkwaliteit van G-d.
Zoals het wordt beschreven in de Dertien Attributen van Genade (Shemot/Exodus 34:6–7):
“Hashem, Hashem, een G-d van compassie en genade …”
Wij worden opgeroepen om deze goddelijke eigenschappen na te volgen, zoals Rabbi Akiva zei:
“Ve’ahavta l’reiacha kamocha” – “Heb je naaste lief als jezelf” (Vayikra/Leviticus 19:18).
2. Tikkun Middot (karaktervorming): De Mussar-traditie, die gericht is op ethisch zelfverbetering,
benadrukt dat mededogen niet alleen een emotie is, maar een eigenschap die we actief kunnen
cultiveren door bewuste daden en innerlijke reflectie.
3. Balans in rachamanut: De Talmud (Sanhedrin 45a) waarschuwt ons echter dat mededogen
gebalanceerd moet zijn met rechtvaardigheid. Overmatige rachamanut kan soms leiden tot situaties
waarin kwaad niet gecorrigeerd wordt.
Hoe cultiveer je rachamanut?
Luister actief en wees empathisch: Probeer de ander echt te begrijpen, zonder oordeel. De Baal Shem
Tov onderwees dat je altijd eerst moet zoeken naar de goddelijke vonk in de ander, hoe verborgen die
ook lijkt.
Dagelijkse handelingen van chesed (liefdevolle vriendelijkheid): Rachamanut kan worden versterkt
door systematisch goede daden te verrichten, zoals het voeden van de armen, zorgen voor de zieken
of iemand troosten in verdriet.
Meditatie en gebed: De Kabbalah leert dat meditaties op de sefirot (bijvoorbeeld Chesed, de G-ddelijke
eigenschap van liefde) kunnen helpen om je hart te openen. Het gebed Avinu Malkeinu roept ook op
tot G-ddelijke barmhartigheid, wat ons inspireert om dat in ons eigen leven na te volgen.
Leren van inspirerende voorbeelden: De verhalen van onze aartsvaders en -moeders zitten vol met
voorbeelden van mededogen. Denk aan Avraham die gasten ontvangt of Moshe die opkomt voor de
onderdrukten. Probeer hun gedrag na te volgen.
Zelfreflectie: Vraag jezelf dagelijks af: Ben ik vandaag mededogen geweest? De Mussar-praktijk
moedigt aan om een dagboek bij te houden om je groei in rachamanut te evalueren.
Een uitdaging: Hoe ver kun je gaan in rachamanut?
Een fascinerende vraag in Joodse filosofie is: “Kun je té mededogend zijn?” Denk aan de discussie in de
Talmoed over koning Saul, die mededogen had voor koning Agag van Amalek (1 Samuel 15). Zijn overtollige
barmhartigheid leidde tot latere tragedies. Dit leert ons dat rachamanut altijd in balans moet zijn met din
(gerechtigheid).
Wat inspireert jou om meer rachamanut in je leven te brengen? Of, hoe ervaar jij de balans tussen mededogen
en gerechtigheid?
Geschreven door Baruch Ben Noach
Heb je genoten van dit artikel? Like en verspreid het verder!
© Copyright, alle rechten voorbehouden.